Ze lijkt op Pocahontas,
met haar bijna doorschijnende huid en donkerbruine haren en een symmetrische verfijning in haar gezicht die vrouwelijkheid uitstralen.
Ze siddert bijna van angst.. en haar ogen hebben moeite om helemaal open te blijven.
Ze verwacht afkeuring in mijn ogen.
Het leven brengt haar naar een punt waar ze haar demonen moet aankijken.
Lang heeft ze dit kunnen wegstoppen. Maar nu klopt het zo gewelddadig op haar deur dat ze wel open mòet doen.
Ik start met een ontspanning. Haar hele zenuwstelsel is paraat en actief en ik start met een rustig muziekje en een bodyscan.
Eerst maar eens de connectie met haar lijf verstevigen, en verbinding met haar adem maken. Ze begint ruimer en dieper te ademen. Ze komt in contact met lichaamsdelen en haar verkrampingen, ze observeert en ademt door. Hè hè
Ook mijn lijf ontspant. Ik ken deze paraatheid zelf erg goed en ik spreek mijzelf toe: “Ik hoef niet hard te werken” en ook ik stel ik mijzelf gerust.
Er mag ontvouwen wat zich wil ontvouwen.
In de sessie worden duidelijk dat ze het zo goed kent om zichzelf op de tweede plaats te zetten.
Ze is onzichtbaar, ze versmelt, en ze weet niet meer wie ze zelf is.
Er is een diep verlangen om tevoorschijn te komen. Om te zeggen wat haar grenzen zijn en met de vuist op tafel.
Alleen de gedachte hieraan roept al weer angst op.
Vaak in een hulpvraag komt het verlangen naar boven naar iets wat we niet gewend zijn. Of misschien wel zelfs afgestoten hebben.
Als dat zo is zitten we gevangen aan 1 kant van de medaille: bv. Altijd maar voor de ander zorgen en niet voor jezelf.
Als we als mens onszelf stelselmatig ontkennen houdt dat een keer op en vraagt het leven je, vaak door een crisis, om de andere kant te bekijken.
Pocahontas is een dappere vrouw… ze voelt dat ze zichzelf moet ophalen. De ontkenning van haarzelf heeft te lang geduurd.
Hand in hand halen we verloren delen op. En ze leert ze zichzelf opnieuw kennen.
Af en toe met vragende ogen, maar steeds vaker naar goedkeuring!
Ze veegt langzaam en doorvoeld, sessie voor sessie de troebel weg voor haar ogen en onderzoekt wat eronder verborgen ligt.
Het lijkt wel of haar huid minder doorschijnend is. Ze knijpt niet meer met haar ogen.
Ze kijkt me helder aan en zoekt niet meer bij mij.
Pocahontas staat.
En ik voel dankbaarheid dat ik getuige mag zijn.